Home » Actueel » MZSW-congres 2024: meer invloed met de ondernemingsraad
Actueel

MZSW-congres 2024: meer invloed met de ondernemingsraad

Op donderdag 17 oktober 2024 kwamen zo’n 150 ondernemingsraadsleden en bestuurders samen in Antropia, Driebergen, voor de 14e editie van het jaarlijkse MZSW-congres. Het thema van dit jaar was: ‘Meer invloed met de ondernemingsraad’, met een focus op vernieuwde verhoudingen in de medezeggenschap. Het congres was een mooie gelegenheid om de samenwerking tussen OR-leden en bestuurders te versterken en nieuwe inzichten op te doen over de rol die de ondernemingsraad kan spelen in de toekomst van sociale ontwikkelbedrijven.

Mohamed el Mokaddem (voorzitter van Cedris)

Door dit jaar meer bestuurders bij het congres te betrekken, konden zij samen met OR-leden ervaren hoe zij elkaar kunnen versterken. Mohamed el Mokaddem (voorzitter van Cedris) die het MZSW-congres opende, benadrukte: “Meer invloed is iets wat je niet alleen creëert, dat doe je samen met collega’s en bestuurders. Vandaag verkennen bestuurders en ondernemingsraadsleden samen hoe een sterke dialoog en samenwerking kunnen leiden tot verbeteringen in onze sector.” Hij versterkte zijn uitspraak door te zeggen: “Alleen ga je snel, maar samen kom je verder. Als directeur en OR met elkaar in dialoog treden, dan kan je veel meer bereiken. Het is belangrijk dat je als OR je collega’s op een goede manier vertegenwoordigt, zodat je de directie goed kunt voeden. En als directie is het belangrijk om OR-leden de tijd te gunnen om zich te blijven ontwikkelen. Dit congres is ontzettend waardevol om je kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen.”

Ochtendprogramma met zes hoofdthema’s

Na de opening werden de deelnemers verdeeld in groepen waar bestuurders bij aanwezig waren om zes kernthema’s rondom medezeggenschap en samenwerking binnen sociale ontwikkelbedrijven te bespreken: sociale veiligheid, faciliteren van OR-leden, contact met gedetacheerden, samenwerken aan de toekomst, betrekken van mensen in de OR en onderwerpen van meerwaarde voor overleg.

Drie sessies uitgelicht

1. Faciliteren van OR-leden

In deze sessie werd besproken hoe de ondernemingsraad effectief kan worden gefaciliteerd, zodat elk OR-lid mee kan doen. Femke Koster (directeur bij DCW Enschede) en Freddy van Tellingen (OR-lid bij DCW) gaven inzicht in de noodzakelijke faciliteiten voor een goed functionerende OR, waaronder:

  • Harde infrastructuur: IT-ondersteuning (zoals telefoons en iPads), accounts en geschikte vergaderruimtes.
  • Opleiding en scholing: Het is essentieel dat OR-leden de nodige training krijgen om hun rol effectief te vervullen.
  • Advisering: Het raadplegen van externe adviseurs voor aanvullende expertise.
  • Tijd: Een goede faciliteitenregeling is nodig om ervoor te zorgen dat OR-leden voldoende tijd hebben om hun taken uit te voeren.

Ook stonden zij stil bij dilemma’s waar de OR tegenaan kan lopen, zoals niveauverschillen, een verkeerd beeld van het werk en het ontbreken van balans tussen OR-werk en de oorspronkelijke functie. Om nieuwe OR-leden te helpen in hun rol werkt DCW met buddy’s die de taken en verantwoordelijkheden uitleggen. Daarnaast hebben de buddy’s een belangrijke taak om de nieuwe OR-leden aan te moedigen om actief deel te nemen aan de OR-vergaderingen.

Ik zie mijzelf als een mentor voor de nieuwe leden en probeer hen te stimuleren om zich uit te spreken. Iedere mening telt. Als ervaren OR-lid deel ik mijn ervaring en kennis en probeer ik zo de betrokkenheid van de nieuwe leden bij het OR-werk te bevorderen. Immers een actieve deelname van alle leden draagt bij aan een sterkere en meer representatieve OR.

Freddy van Tellingen

2. Sociale veiligheid

In de sessie over sociale veiligheid werd het belang van een gelijkwaardige relatie tussen OR en bestuurder benadrukt en werden ervaringen uitgewisseld. Jos Rooijmans (directeur van MidZuid) sprak over zijn aanpak: “Ik maak een diepe buiging naar mijn medewerkers die ondanks hun beperking ontzettend veel voor elkaar weten te krijgen. Ik probeer zoveel mogelijk met een open houding mijn medezeggenschappers tegemoet te treden, waarbij ik gelijkwaardigheid en volwaardigheid ontzettend belangrijk vind. ”

Hij benadrukte dat het voor bestuurders cruciaal is om goed te luisteren, ook naar de minder mondige medezeggenschappers. Het bouwen aan vertrouwen en begrip is essentieel voor een goede samenwerking.

3. Contact houden met gedetacheerden

Bij dit thema faciliteerde Harry Hartmann (ambtelijk secretaris en trainer medezeggenschap) de sessie: ‘Contact houden met gedetacheerden en achterban in het kader van de rol van de OR in de besluitvorming.’ De OR kan, omdat ze gelegitimeerd is door verkiezingen, in theorie zelfstandig invloed uitoefenen op de besluitvorming. Echter, de OR moet ook werk maken van contact met de achterban, inclusief gedetacheerden. Hoe ver moet de OR daarin gaan, hoe houdt zij dat contact, en wat voegt dat toe aan de rol van de OR in de besluitvorming? Harry deelde verschillende voorbeelden uit de praktijk, zoals AM Match in Amstelveen, waar een commissie-visie bestaat die een brugfunctie vervult tussen doelgroepcollega’s en de OR. Andere voorbeelden waren het ‘5-meningen-principe’, en initiatieven van organisaties zoals IBN en de Diamantgroep, die gestructureerd contact met de achterban onderhouden. Conclusie: Hoe gestructureerder het contact, hoe beter de samenwerking met de bestuurder, des te meer invloed de OR heeft op de besluitvorming.

Verdere verdieping via workshops in het middagprogramma

In de middag konden de deelnemers kiezen uit verschillende workshops die verder inzoomden op de zes thema’s zoals: onderhandelen met de bestuurder, werkdruk, sociale veiligheid en Arbo.

Vijf workshops uitgelicht

1. Jongeren in de OR – Laat ze meedoen!

De workshop, gegeven door Denice Gayadien van sl-IMPACT, richtte zich op het betrekken van jongeren in de ondernemingsraad. Jongeren zijn vaak ondervertegenwoordigd in de OR, terwijl zij een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking uitmaken. Deze sessie behandelde hoe je jongeren in de OR krijgt of bij de OR betrekt, waardoor de OR een goede afspiegeling en gesprekspartner is. Onderzoek laat zien dat slechts 2% van de OR-leden jonger is dan 25 jaar, terwijl zij 15% van de werkzame beroepsbevolking in Nederland uitmaken. Dit komt doordat jongeren zich minder herkennen in traditionele OR-thema’s en veelal een uitdagende werk-privébalans hebben. Daarnaast willen ze zich ook niet voor een hele zittingstermijn vastleggen, omdat zij vaak van baan wisselen en verschillende ervaringen willen opdoen. Bovendien is het woord ‘OR’ vaak onbekend en ingewikkeld voor jongeren, wat leidt tot veel vragen over doel en functie. OR-werk wordt aantrekkelijker wanneer het wordt gekoppeld aan de behoefte van jongeren om te netwerken en carrièremogelijkheden te creëren. Flexibiliteit in overlegvormen is ook belangrijk omdat jongeren de voorkeur geven aan efficiënte en laagdrempelige communicatie, bijvoorbeeld via online platforms en social media.

Tips die gegeven werden:

  • Leg de meerwaarde van de OR uit tijdens het onboarden van nieuwe werknemers
  • Haal de mening van jongeren op via klankbordgroepen of werkgroepen
  • Laat jongeren die aan de OR willen deelnemen in duo’s werken.

2. Het woord voeren in de OR

Johannes Kooistra (trainer betekenisvolle medezeggenschap van het CAOP) leidde deze workshop, waarin deelnemers leerden hoe ze hun standpunten binnen de OR overtuigend kunnen overbrengen. Kooistra benadrukte het belang van een inhoudelijke (zakelijke) pitch, bestaande uit vier belangrijke elementen: een herkenbaar probleem, wat triggert, een herkenbare oplossing, en een duidelijke call to action. Hij besprak wat de voordelen zijn van een pitch in de OR, zoals jezelf voorstellen, je mening overtuigend geven, gelijk krijgen van de bestuurder, en het informeren van de achterban. De deelnemers reflecteerden op het type pitch dat ze het meest gebruiken en de momenten waarop ze dat doen. Tot slot werden drie belangrijke onderdelen van een pitch besproken: opbouw, de binnenkomer, en gemeenschappelijk belang. Johannes: “Lastige gesprekken kun je leren, waarbij non-verbale communicatie minstens zo belangrijk is.”

3. Vergroten van invloed op Arbo door de arbocatalogus

Petra Oldenhage (adviseur sociale werkbedrijven van SBCM) presenteerde deze workshop over de rol van de Arbocatalogus SW in het bevorderen van een gezond en veilig werkklimaat. Petra: “Arbo staat niet standaard op de OR-agenda. Dat is een gemiste kans, want Arbo is een belangrijke randvoorwaarde voor de duurzame inzetbaarheid van medewerkers.”

De arbocatalogus biedt een framework voor het vastleggen van afspraken over arbeidsomstandigheden binnen een organisatie. Tijdens de sessie werd besproken hoe de OR via het instemmingsrecht en adviesrecht invloed kan uitoefenen op het arbobeleid. Daarnaast werden de nieuwste ontwikkelingen in de arbocatalogus gepresenteerd, zoals de aandacht voor psychosociale arbeidsbelasting (PSA) en geluid.

4. Als medezeggenschap te spannend wordt

Els Huisman (Advocaat Medezeggenschap bij De Voort advocaten) leidde deze sessie, waarin de volgende belangrijke vragen aan bod kwamen:

  • Wanneer wordt het te spannend voor de OR?
  • Is de OR doorgaans betrokken bij besluiten?
  • Wordt er geluisterd naar de zorgpunten van de OR?
  • Wordt er iets gedaan met de zorgpunten van de OR?

Huisman legde uit dat de Wet op de ondernemingsraden (WOR) drie routes biedt voor de OR:

  • Ondernemingskamer: Toegang bij besluiten die niet in overeenstemming zijn met het advies van de OR.
  • Kantonrechter: Algemene geschillenregeling zonder termijn, tenzij instemming is vereist.
  • Bedrijfscommissie: Bemiddeling en advisering bij meningsverschillen tussen OR en bestuurder, met een focus op laagdrempelige oplossingen.

De sessie onderstreepte het belang van het uitbrengen van een kostenmelding door een deskundige, die soms al voldoende is om een besluit tegen te houden als dit niet in overeenstemming is met het advies van de OR.

5. Workshop Werkdruk!

Tineke Visser van Tienopleidingen presenteerde deze workshop over oorzaken en gevolgen van werkdruk. Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden blijkt dat 45,4% van de werknemers vaak of altijd te veel werk heeft en dat 36% van het werkgebonden ziekteverzuim door werkstress wordt veroorzaakt. Werkdruk ontstaat wanneer een medewerker binnen de beschikbare tijd niet aan de gestelde eisen kan voldoen. Factoren die bijdragen aan werkdruk zijn onder andere langdurige overbelasting, weinig regelmogelijkheden, en emotionele belasting. Werkstress kan leiden tot burn-out en diverse lichamelijke, emotionele, gedragsmatige, en verstandelijke klachten. Volgens de Arbowet moet de werkgever beleid voeren om werkdruk te voorkomen en moet risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) voldoende aandacht besteden aan werkdruk. Door het geven van voorlichting of bijvoorbeeld gebruik te maken van korte vragenlijsten, of door vragen over werkdruk op te nemen in het MTO. Ook tijdens jaargesprekken en teambesprekingen dient werkdruk onderwerp van gesprek te zijn. Allemaal onderwerpen waarop je als OR invloed uit kunt oefenen omdat je daar advies of instemmingsrecht op hebt.

Afsluiting

Het congres werd op inspirerende wijze afgesloten door cabaretier en schrijver Vincent Bijlo. Bijlo, die het belang van werk in een veilige omgeving onderstreepte, zei: “Wat is er nou lekkerder dan met iets bezig zijn, in een veilige omgeving waar je mag zijn wie je bent en waar je iets te vertellen hebt, medezeggenschap hebt in de organisatie waarvoor je werkt.” Zijn unieke mix van humor en scherpzinnigheid zorgde voor een waardevolle reflectie op de rol van medezeggenschap in de moderne organisatie. Bijlo: “De OR is geen ‘moet-je’, maar een ‘kan-je’ of ‘mag-je’. Vandaag ging het MZSW-congres over hoe je ervoor zorgt dat medezeggenschap geen hoofdpijn maar hoofdlijn wordt en van werkdruk naar werkgeluk gaat!”

De 14e editie van het MZSW-congres 2024 bood ondernemingsraadsleden en bestuurders de kans om samen te leren en nieuwe ideeën op te doen over hoe de medezeggenschap binnen sociale ontwikkelbedrijven versterkt kan worden. Wanneer medezeggenschap goed wordt ingezet, is het een krachtig middel om organisaties beter te laten werken.