Lawaai

In de sociale werkgegelenheid werken veel mensen met machines, die vaak veel geluid produceren. Langdurige blootstelling aan geluid kan voor blijvende gehoordschade zorgen. Gelukkig kun je maatregelen nemen om te voorkomen dat werknemers gehoorschade oplopen. Op deze pagina lees je hoe de Arbocatalogus SW je helpt om een aanpak op te stellen.

Hoe pak je dit aan?

Er zijn wettelijke regels voor hoeveel lawaai werknemers mogen verdragen. In de Arbocatalogus SW staan deze regels vertaald naar de praktijk. Daar vind je ook informatie over welke beschermingsmiddelen werknemers moeten gebruiken.

Lawaai op de werkvloer

We weten allemaal dat hard geluid niet goed is voor onze oren. Als het geluid boven de 120 dB komt, wordt het onprettig, en als het boven de 140 dB komt, doet het pijn. Omdat veel mensen bij sociale ontwikkelbedrijven met machines werken, is het belangrijk om te weten hoe je als werkgever lawaai en mogelijke gehoorschade onder werknemers kunt voorkomen. Het draait allemaal om het nemen van de juiste maatregelen om ervoor te zorgen dat werknemers gezond blijven en je voldoet aan de wetgeving.

Om ervoor te zorgen dat werknemers veilig en gezond blijven, zijn er drie belangrijke punten waar je als werkgever op moet letten:

1. Techniek: de inzet van technische oplossingen om lawaai te beperken of te verminderen. Denk aan het vervangen van oude machines, het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen en het beschikbaar stellen van goede gehoorbescherming.
2. Organisatie: het werk kan zodanig georganiseerd worden dat de blootstelling van werknemers aan lawaai beperkt wordt, bijvoorbeeld door taakroulatie. Trainingen en instructies, periodieke keuringen van werknemers en goed onderhoud van machines zijn ook voorbeelden om gehoorschade door lawaai te voorkomen.
3. Gedrag: maatregelen hebben weinig effect als werknemers hun gehoorbescherming niet of onjuist gebruiken of zich niet houden aan de afspraken. Voorlichting over de gevolgen van gehoorschade is daarom belangrijk. Deze moet toegespitst zijn op het niveau van de werknemers. Ook is toezicht door leidinggevenden op het gebruik van gehoorbescherming en naleving van regels van essentieel belang.

Werkzaamheden met lawaai

Er zijn veel werkzaamheden waarbij werknemers met lawaai te maken krijgen. Hier zijn een aantal voorbeelden van machines die vaak de boosdoeners zijn:

• Houtbewerking (cirkelzagen, tafelfrezen, boormachines, vandiktebanken, vierzijdige schaafmachines, cnc gestuurde boor- en freesbanken, schuurmachines, kopieerfrezen)
• Metaalbewerking (excenterpersen, aluminiumzagen, boormachines, ponsmachines, slijpmachines, afkortzagen, scharen, freesmachines, draaibanken)
• Groenvoorziening (bosmaaiers, kooimaaiers, cirkelmaaiers, grondbewerkingsmachines, bladblazers, heggenscharen, kettingzagen)
• Bouw (houtbewerkingsmachines, schiethamers, pneumatische hamers, boormachines, slijpschijven, betonmolens)
• Schoonmaak (stofzuigers, waterzuigers, hogedrukspuiten)
• Verpakken (vulmachines, verpakkingsmachines, stortgoten)
• Drukkerij (drukpersen, snijmachines, verzamelunits, stansmachines)
• Assemblage (nietmachines, pneumatisch gereedschap, moeraanzetters)

Geluidsniveaus en gehoorschade

Hoe lang je wordt blootgesteld aan het geluid en hoe hard het is, bepaalt hoeveel gehoorschade je kan oplopen. Werkgevers kunnen verantwoordelijk worden gehouden als werknemers gehoorschade oplopen. Hier is een tabel die aangeeft hoe lang je veilig kunt zijn zonder gehoorbescherming, afhankelijk van het geluidsniveau.